Cliënt met een sterk hoofd
“Het lukt me maar niet om de dingen los te laten”, verzucht hij. “Mijn hoofd staat nooit stil, dat gaat maar door.”
“Dat is goed nieuws, dat jij zo’n sterk hoofd hebt”, zeg ik.
“Huh?”, verrast kijkt hij naar me op. Ik was niet zijn eerste coach in de afgelopen 25 jaar, maar dit had hij nog niet eerder gehoord. Ik had zijn aandacht.
“Ja, dat is goed nieuws, want door dat sterke hoofd van jou, heb jij het overleefd.”
Het was nogal een puinhoop geweest in zijn jeugd, zoals hij het zelf noemde. Een groot gezin, een vader met losse handjes, vooral na de dagelijkse drankinname, en een moeder die het allemaal niet aan kon.
“Als kind was je niet veilig, je moest continu op je hoede zijn om te overleven. Inmiddels ben je 55, maar je hoofd doet nog altijd hetzelfde als toen.”
Ik vervolg: “Het is aan jou, wil je blijven overleven, of wil je leven?”
Hij zucht diep en kijkt me van onder zijn donkere wenkbrauwen indringend aan, terwijl hij antwoordt: “Ik ben 55, materieel heb ik alles wat ik wil inclusief een goedlopend bedrijf, maar ik ben niet gelukkig. Ik voel me opgejaagd en overvraagd. En ik vind mezelf geen leuke man en vader. Eigenlijk vind ik mezelf niet eens leuk. Ik ben het echt zat, ik wil het anders. Ik wil leven.”
Ik wijs op de blauwe figuur in mijn boek en vervolg: “Kijk, dit is je amygdala. Hij is onderdeel van je limbisch brein en hij stuurt je overlevingspatronen aan. Hij heeft ervoor gezorgd dat je het hebt overleefd en hier zorgt hij nog altijd dagelijks voor door je in je overlevingspatronen te houden.
En door je in die oude patronen te houden, krijg je vooral meer van hetzelfde. Hierdoor blijf je overleven en kom je niet bij echt leven.
Totdat je het echt zat bent. Totdat je het anders wilt. Totdat je niet meer wilt overleven, maar wilt leven.”
Ik houd mijn mond en dan zie ik hoe zijn ogen oplichten. Hij begint te zien hoe het werkt. “Maar HOE dan?”, vraagt hij. Ik stel hem gerust, “Ik ga je helpen”.
“Weet dat je brein geen tijd kent, daar zit de crux. Dus als iemand in het nu, je baas, je buurman of wie dan ook een beweging maakt die lijkt op een beweging van je vader van vroeger, neemt je amygdala je stuur over en reageert net zoals toen. Om ervoor te zorgen dat je het overleeft.
Alleen is voor een afhankelijk kind veel sneller iets levensbedreigend dan voor een volwassen man van 55. Jij kunt nu weglopen uit de situatie. Jij kunt nu zelf zorgen voor eten en onderdak. Jij bent voor jouw veiligheid nu niet meer afhankelijk van iemand anders. Dat was vroeger wel anders.
Daar zit het grote verschil tussen toen en nu.
Daar zit de sleutel om van overleven naar leven te komen.
En jij gaat die deur openen en ik ga je daarbij helpen.”
Hij schenkt me een brede grijns en een blik vol verwachting en jongensachtig bravoure.
En ik besef opnieuw waarom ik zo graag doe wat ik doe.