Piet
Piet, Piet, wie kent hem niet?
En dan bedoel ik niet de Pieten in alle kleuren van de regenboog die weer in ons land zijn, maar een Nederlandse Piet die van 1872 tot 1944 leefde.
Piet Mondriaan.
De meesten kennen hem waarschijnlijk van zijn abstracte kunst. Van de rechte lijnen, de rechthoeken, de drie primaire kleuren rood, geel en blauw met daarbij de schakeringen zwart en wit.
Maar niet iedereen weet dat hij figuratief begon.
Gisteren kwam een goede vriendin bij mij eten en ze zit altijd vol verhalen over “haar” kinderen, een hele klas vol kleuters.
Ze is een gepassioneerde lerares die de gave heeft haar oneindige creativiteit aan te laten sluiten bij waar een kind behoefte aan heeft.
Kleuters die al toe zijn aan lezen en schrijven laat ze hun eigen letterboek met bij iedere letter een zelf geknipt en geplakt plaatje maken. Anders blijven ze roepen “juf, juf, hoe schrijf je een puh?”.
Anderen die schijnbaar iets meer tijd nodig hebben laat ze boven zichzelf uitstijgen zodat ze zichzelf verbazen. Ze leren spelenderwijs op hun eigen manier en in hun eigen tempo.
Deze juf houdt wel van een uitdaging. Zo ging ze met haar kleuters dus geen stoomboten vlechten.
In plaats daarvan gingen ze aan de slag met Piet.
Piet Mondriaan.
Ze deelde de kleuterklas op in twee groepen, waarbij de kleuters zelf mochten kiezen: figuratief of abstract.
“Juf, juf, ik wil figuratief”, ik hoor het al helemaal voor me. Maar zo ging het dus wel.
Vervolgens maakten alle kinderen hun eigen Lotte, Sem of Julia Mondriaantekening en werd het een bonte verzameling van tekeningen in de klas, abstract en figuratief door elkaar.
Er was één jongetje dat haar hart even liet overslaan.
Hij zei: “juf, het ziet er hetzelfde uit”. Vervolgens wees hij met zijn vingertje naar een abstracte en ook naar een figuratieve tekening van de echte Piet Mondriaan. “Kijk, kijk. Hier geel en hier ook geel. Hier blauw en hier ook blauw. En hier rood en hier ook rood.”
Dit jochie van vijf zag wat Mondriaan had gezien. En verraste zijn juf.
Over verrassen gesproken. Ik zou de gezichten van die ouders wel eens willen zien als hun kleuterkroost enthousiast vertelt over Piet en hun figuratieve of abstracte tekening.
Kinderen van die leeftijd staan nog zo open en zien zoveel meer dan wij met onze door levenservaring ontwikkelde oogkleppen nog kunnen zien.
Nou ben ik benieuwd.
Hoe zou het zijn als we de creativiteit van onze jeugd zouden koesteren en stimuleren in plaats van ze te verplichten op stoeltjes en achter tafeltjes binnen de lijntjes van de cito scores te kleuren?
Hoe zouden deze kinderen als volwassenen zijn?
En misschien maak ik het groot, maar ik doe het toch.
Welk effect zou dit hebben op onze landelijke geluksindexen en wat zou dit doen met de aantallen verslavingen, depressies en andere ziekten?
Maar ook voor wie al ouder is en is opgegroeid op een stoeltje en achter een tafeltje binnen de cito scores, is nog van alles mogelijk.
Eerst hebben we met veel moeite geleerd om stil te zitten. Maar nu zitten al het nieuwe roken genoemd wordt, moeten we weer in beweging zien te komen.
Toch is het mogelijk. Het is mogelijk om nieuwe gewoonten aan te leren. Om belemmerende patronen te doorbreken en nieuwe paadjes aan te leggen met dank aan de neuroplasticiteit van onze hersenen.
Het is mogelijk om Nu te leven en Toen te laten waar het hoort, in het verleden. Want Toen was Toen en Nu is Nu.
Vandaar dat dit ook de titel is van mijn boek.
Heb jij ook hulp nodig bij het doorbreken van je belemmerende patronen? Klik dan hier.