Gedachten
Gisteren was het zo’n dag. Ik was al drie kwartier mijn vaste bosrondje aan het wandelen toen ik opschrok. Ben ik al hier, hoe kan dat?
Ik was alleen maar in gedachten verzonken geweest en had helemaal niets van mijn omgeving meegekregen.
Dat is een duidelijke alarmbel voor mij. Ik loop niet in het bos om er niets van te zien, te ruiken, te horen en te voelen.
Ik wil niet zo in beslag genomen worden door mijn gedachten dat het leven langs me heen trekt.
Dus wat doe ik dan?
Ik ga letterlijk een stukje achteruit lopen.
Achteruit lopen is veel lastiger dan vooruit, dus ik loop automatisch minder snel. Zo moet ik wel vertragen. Bovendien moet ik me concentreren op hoe en waar ik loop om niet te vallen.
Die concentratie breid ik uit, door heel bewust te ervaren via mijn zintuigen.
Ik hoor het ritselen van de bladeren, een eikel die onder mijn voet uit elkaar spat.
De miezerregen voel ik zachtjes op mijn gezicht en de wind waait door mijn haren.
Ik ruik de herfstgeuren, versterkt door de lichte regen.
Paddenstoelen zie ik in heel veel kleuren en maten, alleen of samen.
Ganzen vliegen luid gakkend over.
“Nee, blijf nog, ga niet weg, ik ben nog lang niet toe aan de winter”, denk ik.
Maar ze trekken zich niets aan van mijn gedachten en volgen de seizoenen. Net als de bomen, de paddenstoelen en alle natuur.
Natuur waar ik nog iedere dag van leer. Die zich niet laat hinderen door gedachten maar gewoon is. Meebeweegt met dat wat er is.
Zo wil ik ook leven. En niet dat het leven aan mij voorbijtrekt, terwijl ik druk ben met de gedachten in mijn hoofd.
Daarom heb ik wat trucjes bedacht waardoor ik snel, simpel en gemakkelijk weer uit mijn hoofd ga.
Zit jij naar jouw zin te veel in je hoofd?
Wil je hulp bij je weg van overleven naar leven?
Klik dan hier.